Goed nieuws!

Het Amsterdam UMC heeft de afgelopen tien jaren veel ervaring opgedaan met bomcalorimetrie in zowel onderzoek als patiëntenzorg. Deze meting is zeer regelmatig onderdeel van de (para)medische diagnostiek rond malabsorptie, en wordt uitgevoerd bij klinische of poliklinische patiënten met MDL-ziekten en verdenking op malabsorptie (als coeliakie, IBD, stoma, short bowel syndroom, radiatie-enteritis etcetera), patiënten met (onbegrepen) MDL klachten (als diarree, of steatorrhoe), patiënten rondom gastro-intestinale chirurgie, of met graft versus host. De diëtist is de spin in het web voor initiatie, uitvoer en interpretatie van de meting. Het klinisch chemisch laboratorium van Amsterdam UMC heeft naast een bomcalorimeter nu ook beschikking over Nabij Infrarood Spectroscopie (NIRs) wat de bepaling aanzienlijk vereenvoudigt en versnelt. Na een validatie en testperiode is de meting nu ook beschikbaar voor externe aanvragers.

Wat is bomcalorimetrie?

Bomcalorimetrie is een methode om de energetische waarde van ontlasting te meten. De methode kan gebruikt worden om inzicht te krijgen in de intestinale absorptiecapaciteit van het maagdarmkanaal en draagt daarmee bij aan de ’boekhouding’ van de energiebalans.
Calorimetrie is de wetenschap die de warmte meet van een chemisch of fysisch proces, uitgedrukt in calorieën. Eén calorie is grofweg gelijk aan de warmte-energie die nodig is om de temperatuur van 1 gram water 1 °C te laten stijgen (bij een temperatuur van 15 °C). Bij bomcalorimetrie wordt de verbrandingswarmte van de waterstofcarbonaatreactie (CxHyOz + O2 (g) –> CO2 (g) + H2O(g) + warmte) van een ontlastingsmonster gemeten. Met deze informatie wordt de calorische waarde van de ontlasting berekend.
Daarnaast is informatie nodig over werkelijke uitscheiding van de specifieke macronutriënten vet (in gram), en stikstof (in gram: als maat voor eiwitverlies). Koolhydraatuitscheiding kan niet gemeten worden. Grofweg zou je de zogenoemde ‘restenergie’ (verschil tussen energetische waarde van de ontlasting en de energie die behoort bij de vet en stikstofuitscheiding) kunnen interpreteren als koolhydraatverlies.

Hoe meet je?

Gedurende 72 uur (3 dagen) worden alle feces van de patiënt verzameld in één en dezelfde, vooraf gewogen emmer (+deksel), zonder bijmenging van urine, bloed of toiletpapier. Tegelijkertijd houdt de patiënt gedurende 96 uur (de verzameldagen plus een dag ervoor) nauwkeurig een voedingsdagboek bij, volgens instructies. Alles wat de patiënt eet, drinkt of enteraal inneemt (ook sondevoeding), moet worden gewogen en genoteerd, zodat de diëtist de inname van energie en voedingsstoffen zo nauwkeurig mogelijk kan berekenen met een voedingsberekeningsprogramma. De combinatie van de gegevens van inname en de fecale verliezen (conform de formule: (inname-verlies/inname) x 100%) maakt een schatting van de intestinale absorptie capaciteit mogelijk. Ook het volume, frequentie van de feces en het droge stof gehalte zijn diagnostisch van belang en kunne richtinggevend zijn aan de diagnose en daarmee aan een mogelijke (dieet)behandeling.

Na inlevering in het laboratorium wordt de totale hoeveelheid gespaarde ontlasting gewogen, dient de exacte spaartijd bij de patiënt geverifieerd te worden en is enkel een klein monster nodig voor bepaling met behulp van NIR spectrometrie*. De meting wordt in duplo uitgevoerd en levert binnen 1 minuut informatie over het fecale energiegehalte (kcal/dag), vetgehalte (gram/dag), stikstof gehalte (gram/dag) en het % droge stof (cq watergehalte).

*Voorheen diende de ontlasting gevriesdroogd te worden (ter bepaling van het percentage droge stof) en te worden aangevuld met de manuele technieken om totale energie (bomcalorimetrie), vetgehalte te kwantificeren (Van de Kamer-methode) en de stikstofuitscheiding (Kjehldahl-techniek).

Referentiewaarden gezonde volwassenen

Op basis van onderzoek bij gezonde volwassenen zijn de volgende grove normaalwaarden van ontlasting en afkappunten voor malabsorptie gedefinieerd in de klinische praktijk. Onderstaande referentie waarden worden nu gehanteerd:

Referentie waarde
Gewicht feces per 24u <250 gram
Droog gewicht 18-40%
Calorische waarden <340 kcal/24u*
Stikstof <3 g/24u*
Vet <14 g/24u*

* Uitslag alleen goed interpreteerbaar in combinatie met ingenomen hoeveelheid energie/stikstof/vet (voor eiwit x 6,25)

 

Meer leren over bomcalorimetrie?

In de Klinisch redeneren en diagnostiek bij maag-, darm- en leverziekten van FOCUS op VOEDING komt de bomcalorimetriemeting uitgebreid aan de orde!

Toolkit bomcalorimetrie

Achtergrondinformatie

  1. Zakboek Diëtetiek hoofdstuk 7
  2. Wierdsma NJ. Overzichtsartikel: Maldigestie en malabsorptie: diagnostiek en de rol van de diëtist. Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek (2017), 72 (3): 23, 12-17
  3. Wierdsma NJ, Peters JH, van Bokhorst-de van der Schueren MA, Mulder CJ, Metgod I, van Bodegraven AA. Bomb calorimetry, the gold standard for assessment of intestinal absorption capacity: normative values in healthy ambulant adults. Journal of Human Nutrition and Dietetics (2014), 27 (suppl 2): 57-64.
  4. Nicolette Wierdsma. To keep a balance in disease specific intestinal insuficiency. Diagnostics and practical nutritional aspects, proefschrift Vrije Universiteit, 12 november 2015

Werkwijze

  1. Bomcalorimetrie pagina NVKC website
  2. Protocol bomcalorimetrie Amsterdam UMC voor externe aanvragers

Onze bomcalorimetrie experts zijn dr.ir. Nicolette Wierdsma (rechts) en Natascha van Rijssen Msc (links). Hun contactgegevens zijn te vinden in het protocol bomcalorimetrie.